Wij zetten ontwikkelingen in zonnelader trede 4 in het perspectief
Donderdag 26 oktober verstuurde demissionair minister Hugo de Jonge en Rob Jetten de kamerbrief ‘Aangescherpte voorkeursvolgorde zon’ naar de Tweede Kamer. In deze kamerbrief zijn aanvullende eisen gepresenteerd voor de ontwikkeling van zonneparken op natuur- en landbouwgronden. De ‘voorkeursvolgorde zon’ wordt daar waar dat nog niet is gebeurd, door de provincies juridisch vastgelegd in de provinciale verordeningen. Tegelijkertijd blijven de afspraken in de RES (Regionale Energie Strategie) overeind staan, en onderschrijven Rijk en medeoverheden het belang van het halen van de doelstellingen.
Zonnelader
De Voorkeursvolgorde Zon werd in het najaar van 2020 door het kabinet vastgelegd in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). In de bij de NOVI horende uitvoeringsagenda werd de Zonneladder opgenomen. Trede 1 zijn daken en gevels, trede 2 zijn terreinen en objecten binnen bebouwd gebied en trede 3 zijn terreinen en objecten in het landelijk gebied. Landbouw- en natuurgronden worden als trede 4 zo veel mogelijk ontzien.
De zonneladder bestaat uit vier treden. Elke trede geeft een voorkeurslocatie aan voor het ontwikkelen van zonne-energie. Treden één, twee en drie hebben de voorkeur. Als blijkt dat trede vier nodig is om de doelstellingen van de energietransitie te behalen, blijft dit wel mogelijk.
Aanscherping in trede 4 : Het ‘Nee, tenzij’-beleid
Voor het ontwikkelen van een zonnepark in trede vier – landbouw- en natuurgronden – zijn aanvullende eisen. Dit wordt het ‘Nee, tenzij’-beleid genoemd.
De volgende uitzonderinegn zijn toegestaan:
1. Zonneparken die substantiële landbouwactiviteiten bevatten, vallen onder de 'nee, tenzij'-regeling. In trede 4
Zonneparken die een aanzienlijke combinatie van agrarische activiteiten integreren, zijn toegestaan binnen trede 4. Het combineren van zonneparken met agrarische activiteiten is mogelijk; hierbij is het cruciaal om in samenwerking met lokale boerenorganisaties te bepalen welke combinaties het meest effectief zijn. De inbreng van lokale kennis is in dit proces van onschatbare waarde."
2 Transitiegebieden.
Wanneer een gebied in transitie is, een stuk grond met bijvoorbeeld de bestemming ‘agrarisch, wonen, industrie’ veranderd op termijn naar ‘natuur’, dan mag er tijdelijk een zonnepark gerealiseerd worden. Zo kan de grond, terwijl het in transitie is, van waarde blijven.
3 Netneutraliteit:
Zonneparken die bijdragen aan het verminderen van netcongestie zijn toegestaan in trede 4 . Het handelen in energie achter het netwerk, directe consumptie door industrieën, laadpleinen, en batterijopslag-systemen met Energy Hub zijn voorbeelden van methoden om netcongestie te voorkomen.
Bestaande randvoorwaarden zonneparken
De afspraken in de RES (Regionale Energie Strategie) overeind staan, en onderschrijven Rijk en medeoverheden het belang van het halen van de doelstellingen. De zonneladder is niet ‘volgtijdelijk’. Volgtijdelijkheid zou betekenen dat de treden één, twee en drie eerst ontwikkelt dienen te worden. Als dan later blijkt dat trede vier tóch nodig is, kan hier pas in de toekomst gebruik gemaakt van worden.
Minister Jetten wil de doorwerking van de Voorkeursvolgorde Zon naar provincies en gemeenten versterken en meer richting geven aan de volgordelijkheid ervan.
Ook voor multifunctioneel ruimtegebruik bij zon-pv hebben provincies en gemeenten veelal beleidskaders opgesteld of een zonneladder geformuleerd. De minister stelt echter dat er veel verschil is tussen definities ten aanzien van multifunctioneel ruimtegebruik. Om die reden gaat hij het over een andere boeg gooien. ‘Het kabinet wil de doorwerking van de Voorkeursvolgorde Zon naar provincies en gemeenten versterken en meer richting geven aan de volgordelijkheid ervan.’
Instructieregels Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een verkenning laten uitvoeren naar de mogelijkheid van het inzetten van instructieregels voor de Voorkeursvolgorde Zon. ‘Uitgangspunt van het kabinet en medeoverheden is de Voorkeursvolgorde Zon en het stimuleren van zon-pv op trede 1, 2 en 3’, aldus Jetten. ‘Multifunctioneel zon-pv op trede 2 en 3 draagt bij aan de doelen voor hernieuwbare opwek en kan, mits landschappelijk vormgegeven en ingepast, maatschappelijke meerwaarde creëren via lokaal eigendom of een bijdrage aan de gebiedsontwikkeling en een impuls aan landschap, ecologie of natuur.’
Drie al bestaande randvoorwaarden voor een zonnepark nogmaals benadrukt. Dit zijn:
Goede landschappelijke inpassing. Denk hierbij aan een bomenrij rond het zonnepark en genoeg ruimte tussen de panelen voor de bodemkwaliteit.
Inpasbaar op het elektriciteitsnet. Een zonnepark wekt duurzame energie op. Als deze stroom wordt geleverd aan het elektriciteitsnetwerk heeft dit impact. Om het elektriciteitsnet te ontzien worden er al veel (technische) zaken toegepast. Denk hierbij aan het opslaan van elektriciteit en het ‘aftoppen’ van de maximale productie.
Het streven naar 50% participatie. Draagvlak in de energietransitie is belangrijk. De zonnesector omarmt het streven uit het Klimaatakkoord om bij zonneparken de omgeving te betrekken. Hierbij wordt er altijd gekeken naar de behoeften uit de omgeving.
Conclusie wat veranderd er per 1 januari:
Per 1 januari 2024 worden er belangrijke veranderingen doorgevoerd voor zonneparken in Nederland, die relevant kunnen blijven in 2025:
Aangescherpte Voorkeursvolgorde Zon: Alle Nederlandse provincies zullen de aangescherpte voorkeursvolgorde voor zon juridisch verankeren in provinciale verordeningen. Dit zal leiden tot verdere beperkingen van zonneparken op landbouwgrond.
'Nee, tenzij' Principe: De overheid streeft ernaar om grondgebonden zonneparken op natuur- en landbouwgrond zoveel mogelijk te beperken. Dit principe van ‘nee, tenzij’ zal gelden voor dergelijke zonneparken.
Uitzonderingsmogelijkheden voor Trede 4: Er zijn drie uitzonderingsmogelijkheden voor trede 4 geïdentificeerd:
Agri-pv: Combinatie van een substantiële agrarische functie met een zonnepark.
Landbouwgronden in transitie: Dit betreft gronden die in de toekomst een andere bestemming krijgen, zoals woon-werk, recreatie, of overgang naar natuur. Op deze gronden mogen maximaal 30 jaar zonnepanelen geplaatst worden.
Zonneparken op gronden die bijdragen aan de vermindering van netcongestie of zorgen voor een efficiënter gebruik van het stroomnet
コメント